Soms denk je bij een bepaald recept dat het heel veel tijd kost om te maken. Of maak je het gewoon nooit omdat het niet je opkomt. Dat had ik een hele tijd bij Gado Gado. Ik at het op vakantie, bestelde het geregeld als afhaalgerecht en kwam ook wel eens een een verlepte versie van het gerecht tegen in een bakje van de Chinees. Jammer, want als je het gerecht voor de rest niet kent buiten de Chinees dan zou je zomaar denken dat het verdronken koolbladeren zijn met waterige satésaus.
En dat, mocht je zo’n persoon zijn, is het dus zeer zeker niet. Het is een heerlijk, vol recept met knapperige groentes en een goede, zelfgemaakte satésaus. De satésaus moet wel de dressing voorstellen, dus maak de satésaus iets dunner dan normaal. Voor het ‘normale’ recept van satésaus, kijk je even hier.
Zoals ik al zei is dit gado gado recept super makkelijk. Let even op dat je de groenten niet te lang kookt zodat ze lekker knapperig blijven. De satésaus moet niet te heet zijn (sowieso moet je satésaus nooit laten koken), maar lauwwarm. Voor de rest zit er bij dit recept tempeh, maar dat is optioneel, je kan het ook weglaten.
Ingrediënten voor Gado Gado
- 5 eetlepels pindakaas
- 2 eetlepels ketjap manis
- 1 theelepel suiker
- 4 eetlepels kokosmelk
- 1 teentje knoflook
- 3 theelepels sambal
- halve spitskool
- 400 gram sperziebonen
- 4 eieren
- 1 komkommer
- citroensap van 1/4 citroen
- 100 gram tempeh (optioneel)
- zonnebloemolie
- zout
Recept: Gado Gado
- Zet water op om de spitskool en sperziebonen in te koken. Pin de sperziebonen en snijd de spitskool in middelgrote stukken. Ik zou de spitskool niet te fijn snipperen zodat er nog flink wat bite aan zit.
- Kook de sperziebonen 4 minuten in gezouten water zodat ze nog beetgaar en knapperig zijn. Spoel daarna de sperziebonen af met koud water en zet even weg in de koelkast.
- Kook de spitskool 2 minuten en spoel daarna af met koud water in een vergiet. Zet de spitskool even in de koelkast. Kook de eieren totdat ze hardgekookt zijn (8-10 minuten).
- Pel en snipper de knoflook fijn. Zet een steelpannetje op een laag vuurtje en verwarm al roerend de knoflook, pindakaas, kokosmelk, ketjap, sambal en suiker. Voeg een beetje water toe om de satésaus meer een ‘dressing’ te maken. De pindasaus moet niet koken, maar moet verwarmd worden. Blijf regelmatig roeren en proef of je de saus op smaak vindt. Wil je meet pit? Voeg dan een beetje sambal toe. Wil je de pindasaus iets zoeter? Voeg dan een beetje ketjap of suiker toe. Maak af met het sap van een kwart citroen.
- Snijd de komkommer in kleine, knapperige stukken. Pel de gekookte eieren en snijd in kwarten.
- Als je tempeh bij je gerecht wil maken (optioneel) dan snijd je de tempeh in dunne repen. Bak ze op hoog vuur in een beetje zonnebloemolie tot ze aan allebei de kanten knapperig en bruin zijn.
- Vul een bord met de spitskool, de sperziebonen, komkommer, eieren en eventueel de gebakken tempeh. Giet er de warme (maar niet hete) satésaus over en serveer. Ook lekker met kroepoek of cassave.
Tip: ook de volgende dag heel lekker als lunch.